ruimteverwarming

Ruimteverwarming omvat het proces om de temperatuur in binnenruimtes op een aangenaam niveau te houden tijdens koude perioden. Doel is comfort met zo min mogelijk energieverlies. Bij de keuze van een systeem spelen isolatie, gebouwtype, beschikbaar energie en kosten op lange termijn een rol.

De belangrijkste categorieën zijn centrale verwarming, elektrische ruimteverwarming en warmtepompen. Centrale systemen verwarmen water dat via radiatoren, convectoren of vloerverwarming door het gebouw circuleert, meestal aangedreven door gas, olie, biomassa of stadsverwarming. Elektrische systemen bieden directe verwarming met elektrische radiatoren en paneelverwarmers. Warmtepompen halen warmte uit buitenlucht, bodem of water en leveren die via een verwarmingssysteem.

Efficiëntie en kosten hangen af van systeem en gebruik. Warmtepompen hebben meestal een COP tussen 2 en 5. Moderne gas- en olieketels met condensatie zijn vaak zeer efficiënt. Het gebruik van thermostaten en zonebeheer kan verbruik beperken en comfort verhogen. Correcte installatie en onderhoud dragen bij aan veiligheid en prestaties.

Veiligheid en milieu staan centraal. Verbrandingstoepassingen vereisen goede ventilatie en rookgasafvoer en oplettendheid voor koolmonoxide. Elektrische ruimteverwarming vereist aandacht voor elektrische beveiliging en brandveiligheid. Duurzamer is het gebruik van warmtepompen of stadsverwarming, vooral wanneer elektriciteit uit schone bronnen komt. Geluid en ruimtegebruik zijn ook aandachtspunten bij installatie.

Regelgeving en normen beïnvloeden ontwerp en werking. Energie-etikettering, ecodesign (ErP) en bouwvoorschriften bepalen minimale efficiëntie en installatie-eisen. Subsidies kunnen de aanschaf van efficiënte systemen stimuleren. Voor individueel advies is een installatie- of energiedossier aan te raden.