rijlijnen

Rijlijnen zijn lijnen die op het wegdek zijn aangebracht om rijstroken en de positie van voertuigen te definiëren. Ze vormen een belangrijk onderdeel van de wegmarkering en dienen om het verkeer te organiseren, de doorstroming te bevorderen en de verkeersveiligheid te verbeteren. Rijlijnen kunnen deel uitmaken van centrale markering, strookranden en afwijkende routes, zoals op knelpunten of bij werkzones.

Het doel van rijlijnen is verkeersdeelnemers duidelijk maken waar zij mogen rijden, welke manoeuvres zijn toegestaan en waar overtreding mogelijk gevaar oplevert. Ze helpen bestuurders hun positie op de weg te behouden, vooral bij complex verkeer, bij slecht weer of ’s nachts. Goed zichtbare rijlijnen geven anticipatiekansen en verminderen verwarring tussen bestuurders, voetgangers en fietsers.

Er bestaan verschillende typen rijlijnen. Een doorgetrokken lijn (solide lijn) mag doorgaans niet worden overschreden, bijvoorbeeld langs de rand van een rijbaan of in zones waar inhalen verboden is. Een onderbroken lijn (onderbroken) laat passeren toe als dit veilig is. Een combinatie van beide lijnen geeft aan aan welke kant wel en niet mag worden ingehaald. Ook kan een dubbele solid line op sommige plaatsen een strikter verbod aanduiden. Randlijnen markeren de rand van het wegdek en helpen bij het erkennen van de rijbaan bij gebrek aan zicht.

Kleur en materiaal: standaard zijn rijlijnen meestal wit op het wegdek; geel wordt soms gebruikt voor tijdelijke of speciale doeleinden, zoals werkzaamheden. De markeringen bestaan uit verf of thermoplast en worden onderhouden door wegbeheerders. Regelgeving en tekeningen bepalen nauwkeurig waar welke lijnen horen en hoe ze uitgevoerd moeten worden.