inhalen

Inhalen is een Nederlands werkwoord met meerdere verwante betekenissen die te maken hebben met het terugkeren naar een eerder niveau of positie. Het kan slaan op het passeren van een andere weggebruiker in het verkeer, maar ook op het bijwerken van gemiste taken, achterstanden of verloren tijd. De term wordt in verschillende contexten gebruikt, waaronder verkeer, onderwijs en planning.

In de verkeerscontext betekent inhalen het voorbijgaan van een langzamere of stilstaande auto. Een bestuurder haalt in door naar links te manoeuvreren en de voorligger te passeren, waarna hij weer in de eigen rijstrook terugkomt. Inhalen mag alleen wanneer dit veilig kan en er geen vastgesteld inhaalverbod geldt; bij gevaarlijke situaties of bij borden die inhalen verbieden is het niet toegestaan. Het gebruik van de term kan variëren afhankelijk van de regio en de wegsoort.

Daarnaast wordt inhalen vaak gebruikt in de betekenis van achterstanden inlopen. Bijvoorbeeld het inhalen van gemiste lessen, taken of verplichtingen: “We moeten deze week onze achterstanden inhalen.” Ook uitdrukkingen zoals “tijd inhalen” of “achterstand inhalen” geven aan dat men verloren of gemiste tijd probeert goed te maken.

Grammaticaal gezien is inhalen een separabel prefixwerkwoord. De stam is halen, met het prefix in-; in tegenwoordige tijd verschijnt het als haalt in (hij haalt in), en in de voltooide tijd als ingehaald (hij heeft ingehaald). Synoniemen en verwante uitdrukkingen zijn onder meer terughalen, inlopen en achterstand wegwerken.

Zie ook: passeren, inlopen, achterstand wegwerken.