Home

verbieden

Verbieden is een Nederlands werkwoord met de betekenis 'iets niet toestaan' of 'een verbod opleggen'. Het is transatief en kan een direct object volgen, bijvoorbeeld: de wet verbiedt vuurwerk, of in combinatie met een te-infinitief: het is verboden te roken. Het woord komt veel voor in juridische en maatschappelijke contexten, maar wordt ook in dagelijks taalgebruik gebruikt.

Conjugatie en vormen: in de tegenwoordige tijd is het ik verbied, jij verbiedt, hij/zij/het verbiedt, wij verbieden,

Gebruik en nuance: verbieden geeft een formele, expliciete beperking aan. Het wordt vaak toegepast bij wetten,

Synoniemen en tegenstellingen: synoniemen zijn niet toestaan en beletten, afhankelijk van de context. Het tegenovergestelde is

jullie
verboden,
zij
verbieden.
De
verleden
tijd
is
ik
verbood,
jij
verbood,
hij
verbood,
wij
verboden,
jullie
verboden,
zij
verboden.
Het
voltooid
deelwoord
is
verboden,
met
de
hulpwerkwoord
hebben:
ik
heb
verboden,
jij
hebt
verboden,
hij
heeft
verboden,
wij
hebben
verboden.
De
gebiedende
wijs
is:
verbied!
(en
voor
jullie:
verbiedt!).
Het
werkwoord
kan
ook
met
een
infinitiefconstructie
worden
gebruikt,
bijvoorbeeld
'verbieden
te
parkeren'
of
'verboden
te
roken'.
regels
en
officiële
aankondigingen,
maar
ook
in
formele
adviezen
of
waarschuwingen.
Zinnen
als
'Het
is
verboden
hier
te
roken'
of
'De
verkoop
van
alcohol
is
verboden
aan
minderjarigen'
zijn
gangbaar.
De
term
kan
ook
als
bijvoeglijk
naamwoord
voorkomen
in
uitdrukkingen
zoals
'verboden
toegang',
vooral
op
borden
en
signalering.
toestaan
of
toelaten.
Het
werkwoord
is
gerelateerd
aan
het
zelfstandige
noun
'het
verbod'
(het
verbod
betekent
de
verboden
maatregel).
Etymologisch
gezien
is
verbieden
een
Germanische
woordgroep,
verwant
aan
vergelijkbare
constructies
in
andere
talen;
het
is
een
veelgebruikt
hoofdstuk
in
formele
en
semi-formele
taal.