Home

programmeertaaltheorie

Programmeertaaltheorie is een tak van de theoretische informatica die zich richt op de formele studie van programmeertalen: hun syntaxis, semantiek en de eigenschappen die zij mogelijk maken. Het doel is zowel het begrijpen van wat programma's betekenen als het expliciteren van de regels waarmee talen worden ontworpen, geanalyseerd en gecompileerd of geïnterpreteerd.

Belangrijke concepten zijn syntaxis (de formele grammatica van de taal) en semantiek (wat programma's betekenen bij

Type systemen registreren en controleren de vormen van expressie en helpen fouten voorkomen; ze dragen bij

In de praktijk voedt de theorie het taalontwerp, de bouw van compilers en runtime-systemen, en de ontwikkeling

Historisch gezien liggen de wortels in de 20e eeuw met de ontwikkeling van formele logica en de

uitvoering).
Semantiek
kent
verschillende
benaderingen:
operationele
semantiek
beschrijft
stap-voor-stap
hoe
de
toestand
van
de
machine
verandert;
denotationale
semantiek
koppelt
elke
constructie
aan
een
wiskundige
betekenis
in
een
domein;
axiomatische
(Hoare-logica)
semantiek
specificeert
voorwaarden
waaronder
programma's
correct
zijn.
aan
veiligheid
en
optimalisatie.
Daarnaast
bestudeert
programmeertaaltheorie
programmanalysis
en
verificatie,
zoals
statische
analyse,
modelchecking
en
abstracte
interpretatie,
die
talen
en
programma's
automatisch
onderzoeken
op
eigenschappen
als
veiligheid,
termination
en
correctheid.
van
formele
verificatietools.
Het
onderwerp
bestrijkt
functionele,
imperatieve
en
logische
talen
en
sluit
aan
bij
vakgebieden
als
logica,
type-theorie
en
formele
methoden.
Verificatiehulpmiddelen
zoals
proof
assistants
en
modelcheckers
maken
er
gebruik
van.
lambda-calculus,
die
fundamenteel
zijn
voor
het
begrip
van
functionele
talen.
Programmeertaaltheorie
blijft
een
centraal
raakvlak
tussen
wiskunde,
logica
en
software-ontwerp.