Home

pijnschaalgebruik

Pijnschaalgebruik is het systematisch meten en volgen van pijn bij patiënten met behulp van pijnbeoordelingsschalen. Veelvoorkomende instrumenten zijn de Numerieke Pijnschaal (NRS) van 0 tot 10, de Visuele Analoge Schaal (VAS) van 0 tot 100 millimeter, de Faces Pain Scale-Revised (FPS-R) en de Verbal Rating Scale (VRS). Daarnaast bestaan multidimensionale instrumenten zoals de McGill Pain Questionnaire en de Brief Pain Inventory (BPI), die naast intensiteit ook pijnkwaliteit en impact meten. Deze schalen ondersteunen klinische besluitvorming, monitoring van behandeling en triage.

Toepassing en afname: de patiënt geeft doorgaans zelf de score; bij jonge kinderen, ouderen of beperkte communicatie

Beperkingen en overwegingen: pijn is subjectief en beïnvloed door factoren zoals angst, stemming, cultuur en taal.

Veilig en consistent gebruik: kies een gestandaardiseerde schaal, documenteer welke schaal en score is gebruikt en

kan
begeleiding
nodig
zijn
of
een
andere
schaal
worden
toegepast.
Duidelijke
instructie
over
wat
de
cijfers
betekenen
is
essentieel.
Het
meten
van
een
baseline
en
regelmatige
herbeoordeling
over
de
tijd
is
nodig
om
behandelingen
aan
te
passen
en
respons
te
evalueren.
In
de
acute
zorg
en
na
operaties
is
frequente
beoordeling
gebruikelijk;
bij
chronische
pijn
kan
men
ook
de
impact
op
functioneren
vastleggen.
Taalbarrières
en
beperkte
scholing
kunnen
de
betrouwbaarheid
verminderen.
Niet-communicatieve
patiënten
vereisen
observatieschalen
zoals
FLACC
(Face,
Legs,
Activity,
Cry,
Consolability)
of
COMFORT.
Multidimensionale
schalen
vergen
meer
training
maar
geven
een
bredere
kijk
op
pijn.
wanneer.
Zorg
voor
training
van
personeel,
beschikbaarheid
in
meerdere
talen
en
integratie
in
het
elektronisch
patiëntendossier.
Gebruik
pijnscores
als
hulpmiddel
naast
klinische
beoordeling
en
functionele
impact
om
behandelbesluiten
te
nemen
en
effectiviteit
te
volgen.