Home

participiumgebruik

Participiumgebruik is een begrip uit de Nederlandse grammatica dat verwijst naar de wijze waarop participia worden gebruikt. Het omvat twee vormen: het onvoltooid deelwoord (present participle) en het voltooid deelwoord (past participle). Deze vormen zijn verbuiging van werkwoorden en kunnen verschillende functies hebben in zin.

Het onvoltooid deelwoord wordt gevormd met -end(e): bijvoorbeeld lopend, zingend, wandelend. Het dient vooral om een

Het voltooid deelwoord heeft vormen als gelopen, gegeten, geschreven, gegaan, gezien en is onmisbaar bij de

Samenvattend verwijst participiumgebruik naar hoe deze twee vormen van werkwoorden functioneren in zinsbouw: als bouwstenen voor

gelijktijdige
of
middelende
werking
aan
te
geven,
vaak
in
bijwoordelijke
bijstellingen
zoals:
Zij
liep
zingend
naar
huis.
Het
onvoltooid
deelwoord
kan
ook
als
bijvoeglijk
naamwoord
optreden,
bijvoorbeeld
een
zingende
zanger.
In
het
dagelijks
taalgebruik
komt
de
vorm
minder
frequent
voor
in
andere
functies.
voltooid
verleden
tijd
en
de
voltooide
tijd
met
hebben
of
zijn:
ik
heb
gelopen,
zij
is
gegaan.
Het
voltooid
deelwoord
wordt
ook
gebruikt
in
de
passieve
bouw:
Het
boek
is
geschreven.
Daarnaast
kan
het
voltooid
deelwoord
als
bijvoeglijk
naamwoord
fungeren
(een
geschreven
brief)
en
in
zekere
gevallen
deel
uitmaken
van
verkorte
bijvoeglijke
bijzinnen
die
een
reden,
tijd
of
toestand
aangeven.
tijden
en
stem
(voltooid
deelwoord),
als
passief,
en
als
bijvoeglijke
of
adverbiale
elementen
die
extra
informatie
geven
over
het
zelfstandig
naamwoord
of
de
handeling.