overhalen

Overhalen is een Nederlands werkwoord met de betekenis: iemand overtuigen of winnen voor een bepaald standpunt, plan of handeling. Het is een transitief werkwoord en wordt vaak gevolgd door tot, bijvoorbeeld: iemand tot iets overhalen. Het kan in allerlei contexten voorkomen, zoals in politiek, verkoop of persoonlijke relaties. Voorbeelden zijn: een verkoper die een klant overhaalt tot aankoop of een politicus die probeert kiezers over te halen.

Grondgedachte en gebruiksverschillen. Overhalen impliceert meestal een zekere mate van invloed of overtuiging, zonder noodzakelijk dwang. Het heeft een neutrale tot licht positieve bijklank, maar kan in bepaalde omstandigheden ook druk uitoefenen. Synoniemen zijn onder meer overtuigen en bewegen; tegenhangers zoals overreden dragen een sterkere connotatie van dwang of druk.

Etymologie en vorm. Het woord is afgeleid van over (naar de andere kant, wisselen van zijde) en halen (trekken, lokken), met een figuurlijke betekenis: iemand aan jouw kant trekken. Het werkwoord wordt vaak als separabel werkwoord gezien in spreektaal; de voltooide tijd wordt meestal gevormd met hebben en heeft dan de vorm overgehaald (bijvoorbeeld: hij heeft hem overgehaald).

Zie ook. Gerelateerde termen zijn overtuigen en bewegen. Een nuanceverschil met overreden is dat overhalen meestal minder impliciet dwang suggereert en meer op argumenten of verlangens leunt.