Home

uitoefenen

Uitoefenen is een Nederlands werkwoord dat betekent dat iets in de praktijk wordt gebracht of uitgevoerd, vaak in formele of officiële contexten. Het wordt gebruikt bij rechten, bevoegdheden, plichten en bij het uitoefenen van een beroep, waarin iemand daadwerkelijk handelt vanuit eenTitel of taak.

Veelvoorkomende gebruikte constructies zijn bijvoorbeeld: het uitoefenen van rechten, het uitoefenen van bevoegdheden, het uitoefenen van

Een belangrijk verschil is dat uitoefenen vaak formeel of juridisch van toon is, terwijl beoefenen veelal verwijst

Etymologisch bestaat het uit het werkwoord oefenen met het prefix uit-, wat de nadruk legt op uitvoering

een
taak
of
het
uitoefenen
van
een
beroep.
In
zinnen
krijg
je
bijvoorbeeld:
“Zij
oefent
haar
beroep
uit
als
advocate”
of
“De
burgemeester
oefent
zijn
bevoegdheden
uit.”
De
verbale
vormen
zijn
onder
meer:
ik
oefen
uit,
jij
oefent
uit,
hij
oefent
uit;
in
de
voltooide
tijd:
ik
heb
uitgeoefend;
en
de
zelfstandig
naamwoordvorm
is
de
uitoefening.
naar
het
actief
en
langdurig
uitvoeren
van
een
activiteit
of
ambacht.
Zo
zeggen
we:
“een
beroep
uitoefenen”
of
“de
bevoegdheden
uitoefenen,”
maar
“een
sport
beoefenen”
of
“een
vak
beoefenen.”
Beoefenen
klinkt
meestal
natuurlijker
voor
sport,
kunst
en
vakken
waarin
vaardigheden
worden
ontwikkeld.
of
voltooide
handeling.
De
afgeleide
naamwoordelijke
vorm
is
uitoefening,
die
verwijst
naar
de
daad
van
het
uitoefenen.