onzekerheidsstrepen

Onzekerheidsstrepen zijn grafische elementen in datavisualisaties die de onzekerheid rondom een gemeten waarde of schatting aangeven. Ze komen vaak voor als foutbalken bij staafdiagrammen, lijndiagrammen en scatterplots en kunnen ook als een doorlopende band om een lijn of datapunt worden weergegeven. De lengte of hoogte van de strepen geeft aan hoeveel onzekerheid er bestaat; deze onzekerheid kan voortkomen uit meetfouten, variabiliteit tussen metingen of beperkte steekproefgrootte.

Ze worden meestal gebaseerd op statistische maatstaven zoals de standaarddeviatie, de standaardfout van het gemiddelde of een betrouwbaarheidsinterval (bijvoorbeeld 95%). De strepen kunnen verticaal of horizontaal zijn, afhankelijk van de oriëntatie van de as, en kunnen symmetrisch zijn of asymmetrisch (met verschillende grenzen boven en onder).

Onzekerheidsstrepen helpen lezers de betrouwbaarheid van de getoonde waarden te beoordelen en vergemakkelijken vergelijking tussen gegevenspunten. Ze geven echter geen volledig beeld van alle bronnen van onzekerheid; systematische fouten of biases worden soms niet inbegrepen. Bij kleine steekproeven kunnen foutbalken misleidend zijn, en als meerdere onzekerheden tegelijk spelen zijn de interpretaties complexer.

In de statistiek fungeren onzekerheidsstrepen als visuele hulpmiddelen bij het communiceren van onzekerheid. Voor formele inferenties worden naast of in plaats daarvan statistische tests en intervalberekeningen toegepast om robuuste conclusies te trekken.