Home

nierfunctiewijzigingen

Nierfunctiewijzigingen verwijzen naar veranderingen in de functie van de nieren. Ze kunnen tijdelijk of blijvend zijn en variëren van mild tot ernstig. Vaak worden ze opgespoord via bloed- en urineonderzoek omdat veel mensen geen klachten hebben. De belangrijkste maatstaf is de glomerulaire filtratiesnelheid (GFR). Veranderingen in GFR worden aangeduid als AKI of CKD, en kunnen samengaan met veranderingen in elektrolyten, ureum, creatinine en eiwitverlies in de urine (albuminurie).

Oorzaken en classificatie: Acute nierfunctieverandering (AKI) ontstaat snel door verminderde doorbloeding (prerenale), schade aan de nier

Diagnostiek en monitoren: Bloedonderzoek naar serumcreatinine en BUN, berekening van eGFR, elektrolytenanalyse, en urineonderzoek op albuminurie

Behandeling en prognose: De behandeling richt zich op de oorzaak, hydratatie, vermijden van nefrotoxische middelen en

zelf
(intrinsieke
renale)
of
obstructie
uitlaatwegen
(postrenale).
Chronische
nierfunctieverandering
(CKD)
ontwikkelt
zich
geleidelijk
door
onderliggende
aandoeningen
zoals
diabetes
mellitus,
langdurige
hypertensie,
glomerulonefritis,
polycystische
nierziekte
of
langdurige
obstructie.
Daarnaast
kan
oudere
leeftijd
samenhangen
met
daling
van
de
functie.
en
sediment.
Imaging
(zoals
echografie)
kan
aanwijzingen
geven
bij
structurele
problemen.
Het
stadium
van
CKD
wordt
vaak
bepaald
aan
de
hand
van
eGFR
en
eiwit
in
de
urine.
Klinische
tekenen
zijn
onder
meer
oedeem,
vermoeidheid
en
minder
urineloop
bij
AKI.
het
aanpassen
van
medicatie
aan
de
nierfunctie.
Voor
CKD
kan
bloeddrukcontrole
en
remming
van
eiwitverlies
met
ACE-remmers
of
ARB's
nuttig
zijn,
en
in
gevorderde
stadia
kan
dialyse
of
niertransplantatie
nodig
zijn.
Levensstijl,
diabetes-
en
bloeddrukbeheer
en
regelmatige
opvolging
zijn
belangrijk.
De
prognose
hangt
af
van
de
oorzaak;
AKI
kan
vaak
herstellen,
CKD
kan
progressief
zijn
afhankelijk
van
de
onderliggende
aandoening.