Home

netwerksnelheid

Netwerksnelheid is de snelheid waarmee data binnen een computernetwerk wordt verplaatst. In het dagelijks taalgebruik verwijst men vaak naar de dataflow op een verbinding, gemeten in bits per seconde. Typische eenheden zijn kilobits per seconde (Kbps), megabits per seconde (Mbps) en gigabits per seconde (Gbps). Belangrijk is het verschil tussen bandbreedte, de theoretische capaciteit van een verbinding, en throughput, de feitelijke snelheid die gebruikers ervaren. Overhead door protocolafhandeling verlaagt de throughput vaak onder de nominale bandbreedte.

Netwerksnelheid wordt gemeten met snelheidstests en netwerkmonitoring. Voor consumenten zijn online snelheidstests meestal voldoende om downloadsnelheid

Verschillende factoren bepalen de uiteindelijke snelheid. De beschikbare bandbreedte aan de uiteindelijke verbinding (bekabeld of draadloos)

Veelvoorkomende bekabelde normen zijn Ethernet-standaarden zoals 10/100/1000 Mbps en 2,5 Gbps, 5 Gbps en 10 Gbps.

en
uploadsnelheid
te
schatten.
Voor
nauwkeurigere
analyses
worden
gespecialiseerde
tools
gebruikt
die
throughput
onder
verschillende
belastingen
en
routes
evalueren;
een
veelgebruikte
tool
is
iperf.
is
cruciaal,
maar
ook
latency,
jitter
en
pakketverlies
spelen
een
rol.
Hardware
zoals
netwerkkaarten,
routers
en
switches,
en
de
kwaliteit
van
de
bekabeling
(bijv.
Cat
5e/6)
beïnvloeden
de
throughput.
Bij
draadloze
verbindingen
kunnen
interferentie,
afstand
tot
de
access
point
en
meerdere
verbonden
apparaten
de
snelheid
aanzienlijk
drukken.
Voor
draadloze
connectiviteit
bepalen
standaarden
als
Wi‑Fi
4
(802.11n),
5
(802.11ac)
en
6
(802.11ax)
mede
de
mogelijke
snelheid.
Glasvezel
biedt
vaak
symmetrische
snelheden
en
lage
latency.
Een
correcte
configuratie,
zoals
Quality
of
Service
(QoS)
en
geschikte
kabels,
kan
de
effectieve
netwerksnelheid
verbeteren.