nagelaandoeningen

Nagelaandoeningen omvatten ziekten en afwijkingen van de nagels van handen en voeten. Nagels bestaan uit keratine en groeien vanuit de nagelwortel in de nagelmatrix. Ze beschermen de vingertoppen en spelen een rol bij fijne grijpfuncties. Een nagelaandoening kan leiden tot verkleuring, verdikking, kromming of pijn en kan de dagelijkse activiteiten belemmeren.

De meest voorkomende aandoeningen zijn onychomycose (schimmelinfectie van de nagels), waardoor nagels geelbruin worden, verdikken en bros raken; paronychia, ontsteking van de nagelriem met roodheid en pijn; onycholyse, waarbij de nagel loslaat van het nagelbed; en ingegroeide nagel (onychocryptose) met pijn langs de zijkant. Ook nagelpsoriasis en trauma kunnen nagelafwijkingen veroorzaken, zoals een subunguale blauwkleurige bloeduitstorting na letsel.

Diagnose is meestal gebaseerd op lichamelijk onderzoek en anamnese. Nagelafwijkingen kunnen aanvullend worden onderzocht met nagelkweek of microscopie, en soms met een beeldvorming of biopt om andere oorzaken uit sluiten.

Behandeling hangt af van de oorzaak. Bij onychomycose worden vaak antischimmelmiddelen gebruikt, soms langdurig. Ontstekingen vereisen meestal lokale behandeling of orale antibiotica. Ingevallen nagels kunnen tijdelijk of permanent verwijderd worden. Preventieve maatregelen zijn onder meer droge handen en voeten, goede voet- en nagelverzorging, en het vermijden van delen van nagelgereedschap. Bij chronische of terugkerende problemen is raadpleging van een huisarts of dermatoloog aan te raden.

De prognose varieert per aandoening. Nagels groeien langzaam en herstel kan maanden duren. Tijdige diagnose en passende behandeling verbeteren het vooruitzicht.