nagelafwijkingen

Nagelafwijkingen zijn veranderingen aan de nagels die betrekking hebben op de nagelplaat, het nagelbed of de nagelriem. Kenmerken zijn kleurveranderingen, vormveranderingen, verdikking, brokkelen of loslaten van de nagel. Ze ontstaan vaak door trauma, veroudering of irritatie, maar kunnen ook wijzen op schimmelinfecties, huidaandoeningen zoals psoriasis of op systemische aandoeningen.

Veelvoorkomende typen zijn onder andere onychomycose (schimmelinfectie van de nagel) met verdikking en verkleuring; onycholyse (loslaten van de nagelplaat van het nagelbed); pitting nagels (kleine putjes, vaak bij psoriasis of artritis); koilonychia (lepelnagels, vaak bij ijzertekort); leukonychia (witte vlekken); en clubbing (vergroting en verdikking van het nagelbed, vaak bij long- of hartaandoeningen).

Diagnose gebeurt meestal op basis van het klinische beeld. Bij verdenking op schimmel kan materiaal worden onderzocht met een KOH-montage, nagelcultuur of PCR. Voor andere oorzaken kunnen bloedonderzoek, beeldvorming of een huidbiopt nodig zijn, afhankelijk van de vermoedelijke onderliggende aandoening.

Behandeling is afhankelijk van de oorzaak. Schimmelinfecties vereisen vaak langdurige behandeling met lokale antimyotica of orale antifungale middelen zoals terbinafine of itraconazol. Niet-infectieuze nagelafwijkingen zoals psoriasis worden behandeld volgens de onderliggende aandoening. Trauma herstelt meestal langzaam omdat nagels traag groeien.

Wanneer naar de huisarts: bij pijn, roodheid of zwelling, snelle of gewoontjes veranderingen, of een verdachte melanonychia (pigmentband onder de nagel) die op een melanoom kan wijzen; bij twijfel of systemische klachten is vroegtijdig advies aangewezen.