losspreken
Losspreken is een Nederlands werkwoord dat letterlijk “vrij spreken” betekent: iemand vrijmaken van beschuldiging of schuld. In juridische context verwijst het vooral naar het ontheffen van een verdachte van een aanklacht of beschuldiging, oftewel exonereren. In moderne taal klinkt vrijspreken doorgaans natuurlijker; losspreken komt vooral voor in formele, historisch-literaire of religieuze teksten en kan een iets ouderwetse of stroevere toon hebben.
Etymologie en gebruik: het woord bestaat uit los- “vrijmaken, loslaten” en spreken. Het beschrijft een handeling
Nuances: in juridische context heeft losspreken vrijwel dezelfde betekenis als vrijspreken, maar de term wordt minder
Vorm en vervoeging: het voltooid deelwoord is losgesproken; de tegenwoordige tijd is: ik spreek los, jij spreekt
Samengevat verwijst losspreken naar het verdwijnen van schuld of verdenking door een uitspraak, meestal binnen een