Home

losgesproken

Losgesproken is het voltooid deelwoord van het Nederlandse werkwoord losspreken. Het betekent in essentie iemand vrijspreken of ontlasten van verantwoordelijkheid, schuld of een verplichting. In juridische context wordt de uitkomst meestal aangeduid met vrijspraak; losspreken kan in sommige registers en oudere of formelere teksten als synoniem voorkomen, maar vrijspraak is de gangbare term in moderne rechtbanken.

Etymologie en betekenis. Het woord is samengesteld uit los, het idee van losmaken of vrijmaken, en spreken,

Gebruik en context. Losspreken wordt zowel in juridische als in algemenere contexten gebruikt. In juridische teksten

Zie ook. Vrijspraak, vrijspreken, ontlasten, losmaken. Hoewel gerelateerd aan juridische termen zoals vrijspraak, heeft losgesproken ook

in
de
betekenis
van
uitspraken
doen
of
officieel
verklaren.
Daarmee
draagt
losspreken
de
notie
van
een
formele
verklaring
waardoor
iemand
geen
schuld
of
aansprakelijkheid
meer
draagt.
Het
voltooid
deelwoord
losgesproken
duidt
op
een
voltooide
handeling:
iemand
is
uitgesproken
vrij
van
schuld
of
verplichting.
kan
men
spreken
van
iemand
die
is
losgesproken
van
een
aanklacht,
hoewel
vrijspraak
gebruikelijker
is.
Buiten
juridisch
Nederlands
kan
het
ook
figuurlijk
voorkomen:
iemand
losspreken
van
een
belofte,
schulden,
of
een
morele
veroordeling.
In
hedendaags
taalgebruik
komt
losspreken
vaker
impliceert
een
formele,
soms
wat
oudere
toon
dan
vrijspraak.
bredere
toepassingen
in
spreek-
en
schrijfstijl
en
kan
het
in
literaire
of
religieuze
contexten
voorkomen.