Home

losmaken

Losmaken is een Nederlands werkwoord met de kernbetekenis het verwijderen of loskoppelen van iets van iets anders. Het kan letterlijk betrekking hebben op het ontkoppelen van objecten, zoals een bout losmaken of een kabel losmaken, maar ook figuurlijk gebruikt worden om het losraken van spanningen, banden of verplichtingen aan te geven. Daarnaast kan het betekenen het verwijderen van hechtende stoffen zoals lijm of plakband.

Grammaticaal is losmaken een scheidbaar werkwoord. In de tegenwoordige tijd zeg je bijvoorbeeld: ik maak los,

Toepassingsgebieden variëren van techniek en werktuigbouw tot dagelijks gebruik. Voorbeelden: een monteur maakt een bout los;

Etymologie: losmaken is samengesteld uit los (los, vrij) en maken (tot stand brengen of creëren). Het is

jij
maakt
los,
hij
maakt
los.
In
de
verleden
tijd:
ik
maakte
los;
voltooid
deelwoord:
losgemaakt.
Het
woord
kan
ook
reflexief
worden
gebruikt:
zich
losmaken,
bijvoorbeeld
de
reiziger
die
zich
losmaakt
van
de
groep.
een
elektricien
maakt
een
kabel
los;
een
schilder
maakt
lijmresten
los
van
een
oppervlak.
In
figuurlijke
zin
kan
men
spreken
van
zich
losmaken
van
een
afhankelijkheid,
een
linking
of
een
oude
gewoonte.
Een
zinsnede
als
"het
team
maakte
zich
los
van
de
druk"
illustreert
het
loslaten
van
spanning
of
binding.
verwant
aan
vergelijkbare
vormen
in
andere
Germaanse
talen,
zoals
het
Duitse
losmachen.
Het
werkwoord
heeft
verwante
substantieven
zoals
losmaking,
hoewel
de
genoemde
nominale
vormen
in
het
dagelijkse
taalgebruik
minder
frequent
voorkomen.