loskoppelen

Loskoppelen is een werkwoord uit het Nederlands dat betekent: een verbinding tussen twee objecten of systemen verbreken, waardoor ze niet langer samen functioneren. Het kan slaan op fysieke verbindingen, zoals kabels of stekkers, maar ook op digitale of organisatorische verbindingen, zoals een computer die losgekoppeld wordt van een netwerk of een proces dat losgemaakt wordt van een afhankelijkheid. Het woord wordt veel gebruikt in techniek, industrie en informatietechnologie, maar komt ook in informele taal voor wanneer iemand een stap van een situatie of relatie wil maken.

Het woord is een samenstelling met het voorvoegsel los- en het werkwoord koppelen. Het is een separabel werkwoord: in veel zinnen kan het prefix los voorop de conjugatie staan, bijvoorbeeld: "Ik koppel de kabel los." Voltooid deelwoord: losgekoppeld; infinitief: loskoppelen; tegenwoordige tijd: ik koppel los, jij koppelt los, wij koppelen los.

Toepassingen: in de elektrotechniek of installatiewerken betekent loskoppelen het tijdelijk of definitief verwijderen van een verbinding, bijvoorbeeld een stekker uit het stopcontact trekken of een kabel ontkoppelen. In IT en netwerken kan een apparaat of opslagmedium losgekoppeld worden door het veilig te verwijderen of af te sluiten van het netwerk. In bredere zin kan loskoppelen ook figuratief worden gebruikt, bijvoorbeeld om aan te geven dat een proces of relatie wordt beëindigd of losgemaakt van een afhankelijkheid. Synoniemen zijn ontkoppelen en losmaken, met nuanceverschillen in gebruik.