Home

intervalloefeningen

Intervalloefeningen, ook wel intervaltraining genoemd, is een trainingsvorm waarbij perioden van hogere intensiteit worden afgewisseld met perioden van lagere intensiteit of rust. Doel is het leveren van trainingsprikkels die zowel het aerobe als het anaërobe systeem uitdagen, met efficiëntie in tijdsbesteding.

Een interval bestaat uit een werkfase en een herstelfase. De werkfase richt zich op hoge intensiteit, vaak

Varianten zijn onder meer HIIT (high-intensity interval training), SIT (sprint interval training), Tabata (bijvoorbeeld 20 seconden

Voordelen omvatten verbetering van VO2max en uithoudingsvermogen, tijdsefficiëntie en vaak betere vetverbranding en metabole aanpassingen. Intervalloefeningen

Overwegingen: begin met warming-up en eindig met cooling-down; bouw intervallen geleidelijk op wat betreft duur, rust

Toepassingsgebieden omvatten lopen, fietsen, zwemmen, roeien en trainingen met lichaamsgewicht. Een typische beginnersstructuur kan bestaan uit

uitgedrukt
als
een
percentage
van
maximale
hartslag
of
tempo.
De
herstelfase
kan
actief
herstel
zijn
of
rust.
Een
trainingssessie
bevat
meestal
een
opwarming,
het
aantal
intervallen
en
een
cooling-down.
werk
met
10
seconden
rust,
vier
tot
acht
rondes),
Fartlek
(onregelmatige,
op
de
omstandigheden
afgestemde
intervallen)
en
circuittraining.
Het
voertuig
achter
intervalloefeningen
kan
variëren
per
sport,
zoals
hardlopen,
fietsen,
zwemmen
of
roeien.
zijn
toepasbaar
in
diverse
sporten
en
zijn
geschikt
voor
veel
leeftijden,
maar
de
intensiteit
moet
geleidelijk
opgebouwd
worden
en
rekening
gehouden
worden
met
iemands
medische
situatie.
en
aantal
herhalingen;
pas
het
programma
aan
op
niveau
en
luister
naar
signalen
van
vermoeidheid
om
blessures
te
voorkomen.
korte
werkintervallen
van
15–30
seconden
met
30–60
seconden
herstel,
4–6
herhalingen,
1–2
sessies
per
week,
met
vooruitgang
naar
langere
of
zwaardere
intervallen.