interieurverlichting

Interieurverlichting verwijst naar het kunstmatig verlichten van binnenruimten met het doel zicht mogelijk te maken, veiligheid te vergroten en sfeer te creëren. Een goed ontworpen interieurverlichting combineert functionele verlichting met esthetische accenten en sluit aan bij de indeling, opbouw en gebruik van een ruimte.

Binnen de interieurverlichting worden doorgaans drie lagen onderscheiden: algemene of basisverlichting, taakverlichting en accentverlichting. Algemene verlichting biedt overal een gelijkmatige basislicht. Taakverlichting is gericht op specifieke activiteiten zoals lezen, koken of werken aan een bureau. Accentverlichting fungeert om kunst, architectonische elementen of decor te benadrukken. Typische armaturen zijn plafondverlichting, inbouwspots, pendels, wandlampen, vloerlampen en rail- of trackverlichting. De keuze voor armaturen en plaatsing hangt af van hoogte, doel en stijl van de ruimte.

Kerntechnologie en lichtbronnen hebben invloed op prestaties en comfort. LED-verlichting wint aan populariteit door lage energieconsumptie en lange levensduur, terwijl halogeen en fluorescentiteit nog in enkele toepassingen voorkomen. Belangrijke parameters zijn kleurtemperatuur (Kelvin), kleurweergave-index (CRI) en helderheid (lumen). Een warme, dimbare sfeer wordt vaak bereikt met 2700–3000 Kelvin; koelere temperaturen (4000–5000 Kelvin) zijn geschikt voor werkruimtes. Dimmable en slimme verlichtingssystemen bieden flexibiliteit en kunnen lichtniveau, kleur en timing afstemmen op activiteiten en aanwezigheid.

Planning en bestuur vormen een belangrijk onderdeel van interieurverlichting: de oriëntatie op functies, de verdeling van lichtlagen, en energiereductie door efficiënte bronnen en automatische schakelingen. Veiligheid en naleving van lokale regels blijven essentieel bij installatie en onderhoud.