lichtniveau

Lichtniveau, in het Nederlands vaak gebruikt als begrip voor de hoeveelheid licht in een ruimte of op een oppervlak, verwijst naar de illuminantie die mensen ervaren. In de verlichtingskunde wordt het meestal uitgedrukt in lux (lx), wat het aantal lumen per vierkante meter aangeeft. Het begrip staat centraal bij het ontwerpen, evalueren en reguleren van binnenverlichting, daglichttoetreding en hun combinatie.

Lichtniveau wordt doorgaans gemeten met een luxmeter. Metingen gebeuren op de werkplek of op referentieoppervlakken en worden vaak gedaan op een hoogte around 0,8 meter boven de vloer om de zichtbare helderheid op de werkvloer weer te geven. De meting is afhankelijk van daglichtinval, de aard van de oppervlakken en eventuele hinderlijke gelaagdheid of reflectie. Veranderingen in de tijd daglicht en kunstlicht veranderen het ervaren lichtniveau gedurende de dag.

Standards en richtlijnen geven aanbevolen lichtniveaus per taak en ruimte. In moderne kantooromgevingen wordt doorgaans tussen circa 300 en 500 lux aanbevolen op het werkvlak. Voor gericht leeswerk kan 500 lux of meer gevraagd zijn, terwijl gangen en trappenhuizen vaak 100–200 lux krijgen. Er zijn ook factoren zoals verblindingsrisico’s en kleurtemperatuur die het waargenomen niveau beïnvloeden. In ontwerp en beheer wordt vaak gestuurd via daglichtafhankelijke regeling en dimfuncties om een constant en comfortabel lichtniveau te behouden.

Samengevat beschrijft lichtniveau hoe fel een ruimte is en hoe die helderheid wordt gerealiseerd, gemeten en geregeld voor veiligheid, comfort en efficiëntie.