Home

intelligentietesten

Intelligentietesten zijn gestandaardiseerde beoordelingsinstrumenten die beogen cognitieve vermogens te meten die samenhangen met leervermogen en probleemoplossend denken. Ze omvatten vaak meerdere subtests die aspecten als verbaal begrip, perceptueel redeneren, werkgeheugen en verwerkingssnelheid peilen. Ze kunnen individueel of in groepsverband worden afgenomen en worden gebruikt bij onderwijsbeslissingen, klinische diagnose en arbeidsselectie, evenals in wetenschappelijk onderzoek.

Veel gebruikte instrumenten zijn de Wechsler-testreeksen (WAIS voor volwassenen, WISC voor kinderen) en de Stanford-Binet, die

Wetenschappelijke grondslagen: intelligentie wordt gezien als een combinatie van algemene intelligentie (g) en specifieke vaardigheden. Theorieën

Toepassingen en kritiek: intelligentietesten worden gebruikt voor leerproblemen, diagnostiek, prognoses en selectie. Kritiek omvat vragen over

Conclusie: intelligentietesten leveren gestandaardiseerde, herhaalbare metingen van cognitieve functies, maar vangen niet alle vormen van intelligentie

gecorrigeerde
intelligentiequoteringen
opleveren
met
een
gemiddelde
van
100
en
een
standaarddeviatie
van
15.
Ook
worden
niet-verbalere
en
cultureel-fairere
tests
zoals
Raven's
Progressive
Matrices
ingezet.
Resultaten
worden
doorgaans
geïnterpreteerd
met
meerdere
scores
(volledige
IQ,
subtest-scores)
en
gegroepeerde
normen
per
leeftijd.
variëren
van
een
enkele
oorzaak
(g)
tot
meerdere
facetten
van
cognitie.
Historisch
zijn
Binet-Simon,
Wechsler
en
Stanford-Binet
belangrijke
mijlpalen;
Raven's
matrices
en
Culture-Fair
tests
streven
naar
minder
cultureel
beïnvloede
maatstaven.
culturele
bias,
testafhankelijkheid,
omgevingseffecten
en
de
mate
waarin
intelligentie
alle
facetten
van
succes
bepaalt.
Resultaten
moeten
met
voorzichtigheid
en
context
geïnterpreteerd
worden
en
door
gekwalificeerde
professionals
beoordeeld
worden,
vaak
naast
andere
informatiebronnen.
en
moeten
worden
toegepast
als
onderdeel
van
een
bredere
evaluatie.