Home

integralen

Integralen zijn een fundamenteel concept in de wiskunde, met name in de analyse. Ze komen in twee hoofdvormen voor: onbepaalde integralen en bepaalde integralen. Een onbepaalde integraal van een functie f(x) is een antiderivative F(x) waarvoor F'(x) = f(x); de notatie is ∫ f(x) dx = F(x) + C, waarbij C een integratieconstante is. Een bepaalde integraal ∫_a^b f(x) dx berekent de netto opgetelde waarde van f over het interval [a,b], bijvoorbeeld de oppervlakte onder de kromme y = f(x) tussen a en b, en wordt gegeven door F(b) − F(a) als F een antiderivative van f is.

Er bestaan verschillende definities van integratie. De Riemann-integratie definieert de integraal als de limiet van sommen

Technieken: integreren kan worden uitgevoerd met substitutie (u-substitutie), integrare door parts (productregel), deelbreking (breuken in gedeeltelijke

Toepassingen van integralen zijn talrijk: berekenen van opstanden en volumes door schillen- of schijfmethoden, arbeid en

over
steeds
fijner
verdeelde
intervallen.
In
bredere
zin
bestaan
Lebesgue-integratie
en
andere
theoretische
uitbreidingen
die
beter
werken
bij
functies
met
scheve
of
onregelmatige
verdelingen.
Ook
onbeperkte
integralen
en
integralen
met
oneindige
grenzen
worden
bepaald
als
limieten
en
vereisen
convergentie.
Het
begrip
wordt
verder
uitgebreid
met
meten
en
functieverdeling,
wat
leidt
tot
algemene
integralen
voor
bredere
functies.
fractionering),
trigonometrische
substitutie
en
andere
methoden.
Sommige
integralen
hebben
geen
primitieve
in
elementaire
functies,
waarna
numerieke
methoden
nodig
zijn
(bijv.
trapregel,
Simpsons
regel)
of
speciale
functies.
overgangen
in
de
natuurkunde,
waarschijnlijkheidsmodellen
en
verwachtingswaarden
in
de
statistiek,
en
economische
berekeningen.
De
theorie
ontstond
in
de
zeventiende
eeuw
door
Newton
en
Leibniz
en
vormt
de
kern
van
de
fundamenten
van
calculus:
differentiatie
en
integratie
zijn
inverse
processen.