injectieput

Een injectieput is een borehole die is ontworpen om vloeistoffen onder druk in de ondergrond te brengen, meestal in een doorlaatbare laag die als aquifer fungeert. Doel is onder meer het onderhouden of verhogen van de ondergrondse druk, het terugplaatsen van water na gebruik of opslaan van geassocieerde vloeistoffen, en in sommige gevallen het ondersteunen van sanering of geotechnische werkzaamheden. Injectieputten worden in verschillende sectoren toegepast, waaronder waterbeheer, olie en gas, en bodemsanering.

Constructie en werking: Een injectieput bestaat doorgaans uit een buis die in de borehole is geplaatst en door cementering verankerd om de doellaag af te scheiden van omringende gesteente. In de gewenste aquifer worden perforaties aangebracht zodat vloeistof direct in de poreuze laag kan infiltreren. Een pomp of injectieapparatuur regelt de doorstroom en de injectiedruk. Monitoring wordt uitgevoerd via meetpunten die injectiesnelheid, druk en de kwaliteit van de geïnjecteerde vloeistof bijhouden, vaak samen met bijbehorende monitoringputten.

Toepassingen: Voor waterbeheer worden injectieputten gebruikt bij waterreinjectie en aquifer storage and recovery (ASR) om watervoorraad reguleren en beschikbaarheid te verbeteren. In de olie- en gasindustrie dienen ze voor drukonderhoud en teruginjectie van geproduceerde vloeistoffen. Daarnaast worden injectieputten ingezet bij in-situ sanering van verontreinigingen door het inbrengen van oxidanten of voedingsstoffen, en bij geotechnische injecties zoals grout om bodemstabilisatie of lekken te voorkomen.

Regelgeving en veiligheid: Het ontwerp, de aanleg en het gebruik van injectieputten vereisen vaak vergunningen en strikte naleving van milieu- en waterkwaliteitsregels. Regelmatige inspectie van de integriteit van de put, controle van de inlaat- en outletpunten en monitoring van de omgeving zijn gebruikelijk om lekkages, verontreiniging van drinkwaterbronnen en seismische effecten te voorkomen.