Home

injectieplaatsen

Injectieplaatsen zijn anatomische locaties waar injecties kunnen worden toegediend. De term wordt gebruikt voor verschillende toedieningsroutes, waaronder intramusculaire (IM), subcutane (SC) en intraveneuze (IV) injecties. De keuze van een injectieplaats hangt af van de toedieningsroute, het medicijn, de dosering en de kenmerken van de patiënt, zoals leeftijd en spier- of vetmassa, en kan invloed hebben op de snelheid van absorptie en het risico op bijwerkingen.

Intramusculaire injecties worden meestal toegediend in spieren met voldoende massa. Bij volwassenen zijn de deltoïde spier

Subcutane injecties worden gegeven in het onderhuidse vetweefsel. Gangbare SC-sites zijn de buitenzijde van de buikwand

Intraveneuze injecties vinden plaats in aders. Veelvoorkomende toegangsplaatsen zijn aders in de elleboogplooi en andere perifere

Factoren zoals leeftijd, aanleg voor littekenvorming en lichaamsvet beïnvloeden de keuze van injectieplaatsen. Vaccinaties worden vaak

in
de
schouder
en
de
ventrogluteale
regio
gangbare
IM-sites.
Bij
kinderen
wordt
vaak
de
vastus
lateralis
aan
het
dijbeen
gebruikt,
omdat
deze
spier
goed
bereikbaar
is
en
minder
risico
op
zenuwbeschadiging
laat
zien.
De
dorsogluteale
plek
wordt
minder
aanbevolen
wegens
risico
op
zenuw-
en
bloedvataandoeningen.
(minstens
2
cm
van
de
navel),
de
buitenkant
van
de
bovenarm
en
de
voorkant
of
zijkant
van
het
dijbeen.
De
keuze
hangt
af
van
de
dosis
en
het
type
medicijn,
en
vaak
wordt
gewisseld
tussen
plaatsen
om
huid-
en
onderhuidse
veranderingen
te
voorkomen.
aders
van
armen
en
handen,
of
centrale
lijnen
bij
complexe
behandelingen.
IV-toediening
vereist
passende
training
en
apparatuur.
in
de
deltoïde
spier
toegediend
bij
volwassenen,
terwijl
bij
jonge
kinderen
andere
IM-sites
kunnen
worden
aanbevolen.