Home

incubatieperiode

De incubatieperiode is de tijd tussen blootstelling aan een besmettelijke agent en het begin van gezondheidsklachten. In deze periode treden meestal nog geen symptomen op; pas daarna kunnen koorts, huiduitslag, hoesten of andere signalen aanwezig raken. De duur van deze periode verschilt per ziekte en per persoon.

De incubatieperiode varieert sterk. Voor veel virale en bacteriële aandoeningen ligt deze tussen een paar uur

Factoren die de duur van de incubatieperiode beïnvloeden, zijn onder meer de hoeveelheid blootstelling (dosis), de

Het kennen van de incubatieperiode is belangrijk voor publieke gezondheid en klinische praktijk. Het bepaalt de

en
enkele
weken.
Enkele
voorbeelden:
influenza
heeft
doorgaans
een
incubatie
van
1
tot
4
dagen;
COVID-19
meestal
2
tot
14
dagen;
het
mazelenvirus
10
tot
12
dagen;
waterpokken
meestal
14
tot
21
dagen;
norovirusinfecties
korter
(ongeveer
12
tot
48
uur).
Langdurige
incubaties
komen
voor
bij
rabies
(weken
tot
maanden)
en
bij
sommige
tuberculose-infecties
(kan
maanden
tot
jaren
duren
voordat
actieve
ziekte
optreedt
in
het
geval
van
latente
infectie).
route
van
blootstelling
(inademing,
orale
inname,
huidcontact),
de
kenmerken
van
het
pathogen
(virulentie,
replicatiesnelheid),
en
de
gastheer
(ouderdom,
immuunsysteem,
onderliggende
aandoeningen).
Omgevingsfactoren,
zoals
temperatuur
en
co-infecties,
kunnen
eveneens
een
rol
spelen.
duur
van
quarantaine-
of
isolatiemaatregelen,
de
timing
van
opsporingsacties
en
de
interpretatie
van
meldingen
en
diagnostiek.
Schattingen
van
incubatieperiodes
komen
uit
epidemiologisch
onderzoek
en
kunnen
variëren
afhankelijk
van
blootstelling
en
gegevenskwaliteit.