gegevenskwaliteit

Gegevenskwaliteit verwijst naar de mate waarin gegevens geschikt zijn voor het beoogde doel. Het begrip is cruciaal voor betrouwbare analyses, operationele processen en besluitvorming. Kwaliteit wordt meestal beoordeeld langs meerdere dimensies die elkaar beïnvloeden.

De belangrijkste dimensies zijn: nauwkeurigheid (hoe dicht de gegevens bij de realiteit liggen), volledigheid (toegankelijkheid van alle benodigde waarden), geldigheid of validiteit (of gegevens voldoen aan geldende regels en formats), tijdigheid (hoe actueel de gegevens zijn), consistentie (intern consistente waarden tussen systemen), betrouwbaarheid (stabiel en repliceerbaar), uniekheid of duplicatievrijheid (geen onnodige duplicaten), en relevantie of bruikbaarheid (geschiktheid voor het beoogde proces).

Oorzaken van kwaliteitsproblemen liggen bij invoerfouten, migratie- en integratieproblemen, duplicaten, ontbrekende waarden en verouderde informatie. Beheer van gegevenskwaliteit omvat data governance, de rol van data steward, gegevenskwaliteitsbeoordeling, en het vastleggen van normen en metadata.

Het beheer omvat: het definiëren van kwaliteitscriteria en KPI’s, gegevensprofilering en opschoning van gegevens, implementeren van validatieregels en controles, en constant monitoren via dashboards. Een praktische aanpak kent stappen zoals inventarisatie van gegevensbronnen, vastleggen van vereisten, meten en controleren, afwijkingen corrigeren en regels bijstellen, en continue verbetering nastreven.

Toepassingsgebieden zijn onder meer rapportage, analyse, compliance en operationele processen. Goede gegevenskwaliteit vereist governance, duidelijk eigenaarschap, en een cultuur van gegevensbewustzijn binnen de organisatie.