Home

gelijkheidsbeginsel

Gelijkheidsbeginsel, ook wel het beginsel van gelijke behandeling genoemd, is een centraal beginsel in het Nederlandse recht en in het Europese mensenrechten- en anti-discriminatierecht. Het doel is dat in vergelijkbare omstandigheden gelijke gevallen op gelijke wijze worden behandeld en dat onredelijke onderscheidingen worden voorkomen. Het beginsel geldt voor wetgeving en overheidsbesluitvorming, maar ook voor besluiten in zowel het publieke als private domein, zoals werk, onderwijs en sociale zekerheid.

De belangrijkste wettelijke basis in Nederland is artikel 1 van de Grondwet, waarin staat dat allen die

Het gelijkheidsbeginsel wordt in de rechtspraak en bij toezicht toegepast door onder meer rechterlijke instanties; bij

Het beginsel sluit positieve maatregelen niet uit, mits zij noodzakelijk en proportioneel zijn om gelijke kansen

zich
in
Nederland
bevinden
in
gelijke
gevallen
gelijk
behandeld
worden.
Discriminatie
op
grond
van
godsdienst
of
levensovertuiging,
politieke
overtuiging,
ras,
geslacht,
seksuele
gerichtheid,
burgerlijke
staat,
nationale
afkomst,
handicap,
chronische
ziekte
of
andere
grond
is
verboden,
tenzij
in
bepaalde
gevallen
een
objectieve
rechtvaardiging
bestaat.
In
de
praktijk
betekent
dit
dat
verschil
in
behandeling
mogelijk
is
wanneer
het
doel
en
de
middelen
redelijk
en
proportioneel
zijn
en
er
een
legitiem
doel
mee
wordt
nagestreefd.
toetsing
van
overheidsbesluiten
en
wetgeving
worden
criteria
als
proportionaliteit
en
noodzakelijkheid
gehanteerd.
Daarnaast
verhoudt
het
zich
tot
EU-wetgeving:
Nederland
toetst
nationale
maatregelen
aan
Europese
verdragen
en
richtlijnen
inzake
gelijke
behandeling
en
aan
het
Europees
Verdrag
voor
de
Rechten
van
de
Mens.
te
bevorderen
of
historische
ongelijkheden
te
corrigeren.