Home

filtervoeding

Filtervoeding is een voedingsstrategie waarbij organisme voedseldeeltjes uit water halen door water door een filtrerende structuur te laten passeren. Deze methode komt voor bij veel aquatische dieren en sommige invertebraten en maakt gebruik van de overvloed aan microscopisch plankton in zowel mariene als zoetwateromgevingen. Filtervoerders kunnen grote volumes water verwerken, waardoor ze voedsel kunnen onttrekken uit omgevingen waar prooi klein en wijd verspreid is.

Enkele belangrijke groepen die filtervoeding toepassen, omvatten onder meer mosselen en oesters (tweekleppigen), baleenwalvissen, flamingo’s, sponzen

Ecologische rol en kenmerken: filtervoeding levert een belangrijke bijdrage aan voedselnetwerken door de productie van plankton

en
bepaalde
rogachtige
dieren.
Bij
tweekleppigen
stroomt
het
water
via
de
in-
en
uitgaande
siphon
naar
de
kieuwen;
slijm
en
trilhaartjes
op
de
kieuwen
vangen
deeltjes
en
transporteren
die
naar
de
mond.
Baleenwalvissen
nemen
water
in
en
persen
het
terug
langs
baleenplaten
die
krill
en
andere
kleine
prooi
vasthouden
terwijl
het
water
eruit
stroomt.
Flamingo’s
filteren
door
hun
bekkens
met
lamellae
langs
de
modder
of
ondiep
waterplaat,
zodat
kleine
organismen
worden
vastgehouden.
Spongen
laten
water
door
een
kanaalsysteem
stromen;
choanocyten
vangen
micro-organismen
uit
het
binnengedrongen
water.
Mantarays
en
sommige
rogachtige
dieren
gebruiken
gillrakers
om
plankton
te
vangen
tijdens
het
zwemmen.
effectief
te
benutten.
De
efficiëntie
hangt
af
van
waterkwaliteit
en
beschikbaarheid
van
deeltjes;
vervuiling,
sedimentatie
en
klimaatverandering
kunnen
de
filtercapaciteit
en
voedselbronnen
verminderen.
Filtervoeders
kunnen
ook
fungeren
als
indicatoren
voor
waterkwaliteit.