Home

exhalatie

Exhalatie, in de ademhaling ook expiratie genoemd, is de fase waarin lucht uit de longen wordt verdreven. Bij een rustige ademhaling is exhalatie meestal passief: de longen en de borstwand keren terug naar hun rustpositie door elastische terugslag, waardoor de intrapleurale druk toeneemt en lucht naar buiten stroomt. Bij inspanning of onder bepaalde omstandigheden kan exhalatie actief zijn: de buikspieren en de inwendige tussenribspieren trekken samen om de borstkast verder samen te drukken, waardoor lucht sneller en dieper kan worden uitgeademd.

Regulatie: de ademhaling wordt geregeld door het ademhalingscentrum in de hersenstam (medulla oblongata en pons). Chemoreceptoren

Functie: exhalatie is essentieel voor de uitscheiding van kooldioxide, een afvalproduct van cellulaire aerobe metabolisme, en

Klinische notities: verstoringen in exhalatie kunnen voorkomen bij longaandoeningen zoals obstructieve ademhalingsstoornissen, waarbij uitademing bemoeilijkt wordt.

in
de
hersenstam
en
in
de
halsslagaders
en
aorta
controleren
de
CO2-
en
pH-niveaus
en
sturen
signalen
die
de
ademdiepte
en
-snelheid
aanpassen.
Het
centrale
zenuwstelsel
maakt
ook
volitionele
controle
mogelijk
via
de
motorische
cortex,
wat
ademen
onder
bewuste
controle
mogelijk
maakt
(bijvoorbeeld
bij
ademhalingsoefeningen,
zingen
of
spreken).
voor
het
handhaven
van
de
zure-
en
basenbalans
van
het
bloed.
Daarnaast
speelt
uitgeademde
lucht
een
rol
bij
stemvorming,
hoesten
en
bij
het
reguleren
van
longvolumes.
Ook
neurologische
aandoeningen
en
ernstige
metabole
of
longziekten
kunnen
de
ademhalingscontrole
beïnvloeden.