eigendom

Eigendom is in het civielrecht het meest omvattende zakelijk recht op een goed. De eigenaar heeft de exclusieve zeggenschap over het goed en mag het gebruiken, genieten en beschikkingen over het goed verrichten, zoals verkoop, verhuur of verandering. Het eigendomsrecht geldt tegenover derden en geldt in beginsel voor onbepaalde tijd, tenzij wettelijke regels of contractuele verplichtingen het recht beperken.

Eigendom kan betrekking hebben op roerende en onroerende goederen. De overdracht van eigendom van onroerende zaken vereist een notariële akte en inschrijving in het Kadaster; bij roerende zaken volstaat doorgaans levering. Bezit en eigendom zijn verschillend: bezit is de feitelijke macht over een goed, terwijl eigendom een juridisch recht is dat die macht rechtens ondersteunt en tegenwerpingen van anderen kan weerstaan.

Een eigendomsrecht kan worden beperkt of belast door derden, bijvoorbeeld via erfdienstbaarheden ten gunste van anderen, hypotheken en andere zekerheidsrechten, of door openbare regelgeving. Ook publiekrechtelijke bepalingen en het kader van ruimtelijke ordening kunnen de inhoud van het eigendom beïnvloeden.

Eigendom ontstaat op verschillende manieren: door titel (koop, schenking, erfenis), door natrekking of door verjaring. Zekerheidsrechten zoals een hypotheek kunnen aan eigendom verbonden zijn zonder dat de eigenaar het recht verliest om het goed te blijven gebruiken, zolang aan de verplichtingen wordt voldaan.