Home

eenzellige

Eenzellige, ook wel eencellige organismen genoemd, bestaan uit één cel en voeren alle noodzakelijke levensfuncties in die ene cel uit. Ze kunnen prokaryoot zijn, zonder celkern, zoals bacteriën en archaea, of eukaryoot, met een celkern, zoals protozoa, eencellige algen en gisten. Sommige eenzellige soorten vormen kolonies of biofilms, maar elk individu functioneert doorgaans als een zelfstandige cel en mist de gespecialiseerde weefsels en organen die bij meercellige organismen voorkomen.

Voorbeelden van eenzellige organismen zijn bacteriën (Escherichia coli), archaea (Halobacterium), protozoa (Amoeba proteus, Paramecium caudatum), eencellige

Voortplanting vindt meestal ongeslachtelijk plaats via celdeling (binaire deling) of knopvorming bij gisten; sommige groepen kennen

Metabolisme en leefomgevingen vertonen grote variatie: ze kunnen autotroof zijn door fotosynthese (bij cyanobacteriën en fototrofe

Betekenis en toepassing: eenzellige organismen vormen de basis van vele ecosystemen door primaire productie en afbraak

algen
(Chlamydomonas
reinhardtii)
en
gisten
(Saccharomyces
cerevisiae).
ook
seksuele
processen.
De
groei
en
ontwikkeling
verlopen
doorgaans
snel
onder
gunstige
omstandigheden.
algen),
heterotroof
door
voedsel
uit
de
omgeving
te
halen,
of
mixotroof
zijn.
Eenzellige
organismen
komen
voor
in
vrijwel
alle
milieus,
van
bodem
en
zoet
tot
zout
water,
ijs
en
extreme
omgevingen
zoals
heetwaterbronnen
of
ziltige
kringen,
waar
sommige
typen
extremofiel
kunnen
overleven.
van
organisch
materiaal;
ze
spelen
een
cruciale
rol
in
nutrientenkringlopen
en
dienen
als
modelorganismen
in
biomedisch
en
biotechnologisch
onderzoek.
Ze
leveren
ook
industriële
toepassingen
op,
zoals
gistproductie
in
bak-
en
bierprocessen
en
biotechnologie.