economisch

Economisch is een bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands dat betrekking heeft op de economie of het vakgebied economie. Het wordt gebruikt om zaken te beschrijven die te maken hebben met productie, handel, financiën, beleid en economische groei. In bredere zin kan het ook verwijzen naar wat rendabel of kostenefficiënt is vanuit een economisch perspectief. Economische thema’s komen voor in politiek beleid, bedrijfsleven, onderwijs en media.

Etymologie en vorm: het woord is afgeleid van het Franse economie (via het Latijn oeconomia en het Griekse oikonomia). Het Nederlandse bijvoeglijke naamwoord is gevormd met het achtervoegsel -isch, vergelijkbaar met andere adjectieven zoals technologisch of historisch.

Gebruik en context: veelvoorkomende combinaties zijn economische groei, economische sector, economische data, economische beleid en economische crisis. In vaktaal spreekt men ook van economisch haalbaar of economisch verantwoord, wat aangeeft dat iets op langere termijn een gunstig financieel of maatschappelijk resultaat oplevert. Het onderscheid met termen als kostenefficiënt of rendabel kan variëren per context, maar vaak gaat het bij economisch om de relatie met de werking van de samenleving en haar markten.

Onderwerpen en vergelijking: economists en beleidsmakers gebruiken het begrip economisch om analyses en besluiten te kaderen, zoals macro-economische omstandigheden, sectorale ontwikkelingen en regionale economische verschillen. In educatieve en publieke discourses verwijst economisch naar het systeem van productie en distributie van goederen en diensten, en de hoe-vraag hoe een samenleving haar middelen inzet.

Zie ook: economie, economische theorie, economisch beleid, economische indicatoren.