datacapaciteiten

Datacapaciteiten verwijzen naar het totale vermogen aan data-gerelateerde resources en mogelijkheden die een organisatie of systeem heeft om data vast te leggen, op te slaan, te transporteren, te verwerken en te analyseren. Het begrip omvat opslagcapaciteit, verwerkings- en analysecapaciteit, en de bijbehorende hardware, software, processen en governance die datastromen mogelijk maken.

Belangrijke componenten zijn opslagcapaciteit (schijfruimte, netwerken zoals SAN of cloud storage), netwerk- en bandbreedtecapaciteit (doorvoer in Mbps of Gbps), en verwerkingscapaciteit (CPU, GPU en geheugen). Ook data-doorvoer en latency spelen een rol, evenals data-integratie, metadata en datakwaliteit. Daarnaast is governance, beveiliging en naleving van wet- en regelgeving onderdeel van datacapaciteiten, omdat deze aspecten bepalen hoe data kan worden verzameld, gedeeld en gebruikt.

Capaciteitsplanning is het proces om toekomstige behoeften te voorspellen op basis van verwachte datavolumes, snelheid en bedrijfsvereisten, en om schaalbare oplossingen in te zetten zoals cloud-schaalvergroting, opslag-tiering en deduplicatie. Metings- en monitoringsmethoden omvatten opslagbezetting, IOPS, netwerkdoorvoer, latency en de benutting van CPU/GPU en geheugen, zodat capaciteitsproblemen tijdig kunnen worden herkend en aangepakt.

Toepassingen en uitdagingen: datacapaciteiten zijn cruciaal voor analytics, business intelligence, real-time verwerking en onderzoek. Ze bepalen welke data beschikbaar is, met welke snelheid en tegen welke kosten. Uitdagingen zijn onder meer exponentiële datagroei, heterogeniteit van databronnen, en eisen op het gebied van privacy, beveiliging en compliance.