composteren

Composteren is het biologisch afbreken van organisch afval tot compost, een humusachtige bodemverbeteraar. Het proces vindt plaats onder aerobe omstandigheden en wordt aangedreven door micro-organismen zoals bacteriën en schimmels. Het eindproduct vergroot de bodemstructuur, waterretentie en bodemleven, en levert voedingsstoffen terug aan planten.

Geschikte materialen zijn onder meer groenafval, zoals keukenresten, schillen en vers gras, en bruin materiaal zoals droge bladeren, stro, karton en papier. Vermijd vlees, zuivel, vetten en besmette of zieke planten. Een evenwichtige combinatie van groen en bruin is belangrijk; een koolstof-stikstofverhouding van circa 25-30:1 werkt goed, maar in de praktijk volstaan vaak afgewisselde lagen groen en bruin. Het vochtgehalte moet ongeveer 40-60% zijn; de hoop moet vochtig aanvoelen maar niet drassig. Regelmatig keren of beluchten behoudt zuurstof en versnelt het proces.

Tijdens het proces kunnen thermofiele temperaturen van 40-60°C ontstaan, wat snelle afbraak en het doden van ziektekiemen bevordert. Afhankelijk van omstandigheden en constructie duurt compostering meestal enkele maanden tot een jaar; in warme klimaten of bij goede beluchting verloopt het sneller.

Een rijpe compost is donker, kruimelig en heeft een aardse geur. Gebruik het als bodemverbeteraar door het door de aarde te mengen of als mulch rondom planten. Let op dat onrijpe compost stikstof kan onttrekken aan planten en minder stabiel kan zijn. Composteren vermindert afval en methaanemissies, wat een positief effect heeft op milieu en duurzaamheid.