cafeïne
Cafeïne is een natuurlijk voorkomende alkaloïde die voorkomt in planten zoals koffiebonen, theeblaadjes en cacaobonen. Het is een stimulant uit de xanthine-familie en wordt wereldwijd het meest geconsumeerd als drankcomponent. Chemisch beschouwd is cafeïne een 1,3,7-trimethylxanthine met de molecuulformule C8H10N4O2.
Belangrijke bronnen zijn koffie, thee, cacao en cacao-gerelateerde producten, evenals energiedranken. Ook guarana en kolanoten bevatten
Cafeïne werkt primair als antagonist van adenosine-receptoren, met name A1 en A2A. Door blokkering van adenosine
In de lever wordt cafeïne gemetaboliseerd door het enzym CYP1A2 tot verschillende metabolieten. De halfwaardetijd varieert
Veiligheidsadviezen variëren, maar voor gezonde volwassenen wordt meestal een matig gebruik aanbevolen, circa 200–400 mg per
Historisch: cafeïne werd in 1819 geïsoleerd door de Duitse chemicus Friedlieb Runge. De naam cafeïne is afgeleid