Home

bodemsoorten

Bodemsoorten is een verzamelterm voor de verschillende typen bodems die in een gebied voorkomen en die worden onderscheiden op basis van ontstaanswijze en eigenschappen. De samenstelling van de bodem (verhouding van zand, silt en klei), de structuur en poriepatronen, de chemische samenstelling en het gehalte aan organisch materiaal bepalen welke functies de bodem heeft en voor welke toepassingen hij geschikt is. Internationale classificatiesystemen zoals de World Reference Base for Soil Resources (WRB) worden wereldwijd gebruikt om bodemgroepen te onderscheiden. In Nederland en Europa komen vaak WRB-categorieën voor, zoals Arenosols, Luvisols, Podzols, Gleysols, Cambisols, Phaeozems en Chernozems.

Arenosols zijn overwegend zandbodems met lage vruchtbaarheid en een hoge doorlatendheid; Luvisols hebben illuvie van klei

Bodemsoorten beïnvloeden landgebruik en beheer: landbouw, drainage, bemesting en bodembeheer moeten afgestemd worden op de specifieke

en
doorgaans
een
betere
structuur
en
productiviteit;
Podzols
zijn
zure
bodems
met
uitgespoelde
bovengronden
en
lage
nutriëntbeschikbaarheid;
Gleysols
ontstaan
onder
vochtige
condities
en
vertonen
gleyvorming;
Cambisols
zijn
matig
ontwikkeld
en
hebben
duidelijke
bodemhorizons;
Phaeozems
en
Chernozems
zijn
organisch
rijk
en
vaak
vruchtbaar,
met
bijzonder
donkere
kleuren.
eigenschappen
van
de
bodem.
Bodems
ontstaan
en
veranderen
door
geologische
en
biologische
processen
zoals
verwering,
eluviatie
en
illuvie,
maar
ook
door
menselijk
handelen
zoals
bewerking
en
drainage.
Kennis
van
de
bodemindeling
is
daarom
essentieel
bij
ruimtelijke
planning,
natuurbeheer
en
waterbeheer.