benzinewagens

Een benzinewagen is een motorvoertuig met een verbrandingsmotor die op benzine draait. De meest voorkomende uitvoering is een viertakt-spark-ontstekingsmotor, waarin een mengsel van brandstof en lucht in de verbrandingskamer wordt samengeperst, ontstoken door een bougie, en de expansie van de verbrandingsgassen de krukas aandrijft. Oorspronkelijk werd de motor gevoed door een carburateur; moderne benzinemotoren gebruiken brandstofinjectie.

Historisch gezien domineerden benzinemotoren de auto-industrie sinds het eind van de 19e eeuw. Industriële ontwikkelingen zoals turbocompressie, directe injectie en katalytische omzetters hebben de efficiëntie en de uitstoot verbeterd. Hybride systemen combineren een benzinemotor met een elektromotor en batterij om het verbruik te reduceren.

Een belangrijke beperking is de uitstoot van CO2 en andere vervuilende stoffen. De energetische waarde van benzine bedraagt circa 34 megajoule per liter, maar de meeste energie gaat verloren als warmte; de werkelijke efficiëntie ligt in veel gevallen rond 25–35 procent. Lokale emissies kunnen variëren afhankelijk van ontwerp, rijstijl en onderhoud.

Beleid en markten verschuiven richting minder of geen verkoop van nieuwe benzineauto's in de komende decennia. Verschillende landen stellen uitfasering van verkoop van nieuwe benzineauto's vast en stimuleren elektrische en hybride aandrijving. Desondanks blijven benzinewagens wereldwijd essentieel voor veel gebruikers, zeker waar infrastructuur of kosten beperkend zijn.