Home

baarmoederhals

De baarmoederhals, medisch cervix uteri, is het onderste deel van de baarmoeder dat de uterus met de vagina verbindt. Het cervixkanaal loopt van het interne os, de verbinding met de baarmoeder, naar het externe os, de verbinding met de vagina. De binnenzijde van het kanaal is bekleed met kolomvormig epitheel (endocervix) en de buitenzijde met plaveisel epitheel (ectocervix). De overgang tussen deze epitheeltypes, de transformatiezone, is een dynamisch gebied waar veranderingen kunnen voorkomen en waar screening vaak op gericht is.

Functie en fysiologie: Het slijmdat de endocervicale klieren produceren regelt de doorgang van sperma en biedt

Klinisch belang en aandoeningen: Cervixcarcinoom is doorgaans gerelateerd aan infectie met het humane papillomavirus (HPV), met

bescherming
tegen
infecties.
De
consistentie
van
het
cervicale
slijm
verandert
tijdens
de
menstruatiecyclus:
rond
de
ovulatie
wordt
het
slijm
vloeibaar
en
rekbaar,
wat
de
kans
op
bevruchting
vergroot,
terwijl
op
andere
momenten
de
slijmproductie
bijdraagt
aan
bescherming
tegen
ziekteverwekkers.
Tijdens
zwangerschap
sluit
de
baarmoederhals
grotendeels
en
ondergaat
hij
veranderingen
die
de
zwangerschap
ondersteunen;
bij
de
bevalling
verweekt
en
verwijdt
de
baarmoederhals
zich
om
de
geboorte
mogelijk
te
maken.
typen
16
en
18
als
belangrijke
risicofactoren.
Screening
met
een
Pap-test
en/of
HPV-DNA-test
vermindert
de
sterfte
door
cervicale
kanker.
Therapie
voor
afwijkingen
zoals
cervikale
dysplasie
kan
bestaan
uit
colposcopie
en
behandelingen
als
LEEP
of
conisatie.
Vaccinatie
tegen
HPV
verlaagt
het
risico
op
HPV-gerelateerde
cervicale
laesies
en
kanker.
Andere
aandoeningen
zijn
onder
meer
cervicitis
en
poliepen
aan
de
baarmoederhals.