verbindt

Verbindt is de derde persoon enkelvoud van het Nederlandse werkwoord verbinden. Het betekent ergens mee verbinden, koppelen of vastmaken. In gebruik geeft verbindt aan dat een onderwerp of oorzaak een relatie of verbinding tot stand brengt tussen twee of meer zaken. De infinitief is verbinden; de stam is verbind-. De tegenwoordige tijd heeft de vorm hij/zij/het verbindt. Voorbeelden zijn onder meer: “Deze brug verbindt de twee dorpen” en “Het netwerk verbindt verschillende databronnen.”

Etymologie en verwante termen. Verbindt is afgeleid van het werkwoord verbinden, met het prefix ver- dat op veel Nederlandse werkwoorden voorkomt en vaak een verandering of uitbreiding aanduidt. De wortel binden is verwant aan vergelijkbare woorden in het Duits (verbinden) en aan andere verbindingswoorden in het Nederlands, zoals verbinding, verbindend en verbindingen.

Grammaticale bijzonderheden. Verbinden is een regelmatig werkwoord; de stam is verbind-. De verleden tijd van verbinden is verbond (tijd), en het voltooid deelwoord is verbonden, met haakjes als het hulpwerkwoord hebben gebruikt: bijvoorbeeld “De kabel heeft de twee systemen verbonden.” In zinnen kan verbindt zowel transitief als ditransitief gebruikt worden, afhankelijk van of er een direct object aanwezig is (bijvoorbeeld “de brug verbindt twee wijken” versus “het netwerk verbindt met elkaar”).

Zie ook. Verbindt is nauw verwant aan verbindt en aan de zelfstandige noun verbinding, die het resultaat van het verbinden aanduidt. In technische en infrastructuurteksten is verbinden een gangbare term voor het leggen van zichtbare en onzichtbare relaties tussen elementen.