afgebogen

Afgebogen is een Nederlands bijvoeglijk naamwoord en het voltooid deelwoord van het werkwoord afbuigen, wat betekent dat iets van een rechte lijn of oorspronkelijke koers is afgebogen. Het duidt op een verandering in richting door buiging of afwijking en wordt zowel letterlijk als figuurlijk gebruikt.

Etymologie: Afgebogen is samengesteld uit af- (weg van) en gebogen, het voltooid deelwoord van buigen (een vorm van zijn en buigen). De term is onderdeel van de standaardtaal en wordt in diverse contexten toegepast om een geplaatste of natuurlijke kromming aan te geven.

Usage: In alledaagse taal wordt afgebogen vooral toegepast op voorwerpen die door buiging een andere vorm hebben gekregen, zoals een afgebogen staaf, pijp, leiding of draad. In bouwkunde, techniek en werktuigbouw beschrijft het vaak componenten met een geprogrammeerde of vereiste kromming. In verkeers- en kaartleescontext verwijst afgebogen naar een weg of route die afwijkt van een rechte lijn, bijvoorbeeld een afgebogen straat of kruispunt. In figuurlijke zin kan men spreken van een afgebogen koers of beleid wanneer het oorspronkelijke plan wordt gewijzigd of aangepast.

Voorbeelden: De afgebogen stang werd in de mal geplaatst. Na de bocht werd de weg afgebogen naar rechts. Het bedrijf besloot een afgebogen koers te varen door het plan aan te passen.

Zie ook: afbuigen, gebogen.