Voedingskwaliteit

Voedingskwaliteit verwijst naar de mate waarin iemands dagelijkse eetpatroon voorziet in energie, macronutriënten en micronutriënten die nodig zijn voor functioneren, groei en gezondheid, met aandacht voor voedselveiligheid en beperking van schadelijke componenten.

Een hoog niveau van voedingskwaliteit kenmerkt zich door voldoende inname van groenten, fruit, volkoren producten en magere eiwitten, met balans tussen koolhydraten, eiwitten en vetten. Ook voldoende vezels, vitaminen en mineralen, en beperkte inname van toegevoegde suikers, verzadigde vetten, natrium en bewerkte producten.

Voedingskwaliteit kan worden beoordeeld met beleids- en onderzoeksinstrumenten. Richtlijnen Goede Voeding en diëten geven uitgangspunten, terwijl meetmethoden zoals 24-uursopnames, voedselfrequentievragenlijsten en biomarkers vaak worden gebruikt. Dieetkwaliteitsindices, zoals de Healthy Eating Index, kwantificeren hoe goed een dieet aan aanbevelingen voldoet.

Factoren die voedingskwaliteit beïnvloeden zijn sociaaleconomische status, cultuur, leefstijl en toegang tot gezonde voeding. Goede voedingskwaliteit draagt bij aan lagere risico’s op obesitas, hart- en vaatziekten, diabetes en micronutrientendeficiënties.

Verbetering van voedingskwaliteit vereist variatie en toenemende inname van plantaardige voedingsmiddelen, beperkte bewerkte producten en regelmatige eetpatronen. Beleidsmaatregelen, voorlichting en gezins- of schoolomgevingen kunnen de voedselomgeving bevorderen. Regelmatige monitoring is nodig om vooruitgang te volgen.

---