Tandverlies

Tandverlies is het ontbreken van tanden in de mond. Het kan één of meerdere tanden betreffen en variëren van een enkele ontbrekende tand tot volledig edentulisme (geen tanden meer). Tandverlies kan de kauwfunctie, spraak en esthetiek beïnvloeden en daarmee de kwaliteit van leven verminderen.

Oorzaken zijn onder meer parodontale aandoeningen (parodontitis), cariës die tanden beschadigen, trauma door letsel of botsing, en soms systemische aandoeningen zoals diabetes of osteoporose. Medicijnen zoals bisfosfonaten kunnen ook een rol spelen bij kaakbotproblemen. Het samenspel van factoren bepaalt het tempo van verlies.

Gevolgen zijn verminderde kauwfunctie en spraak, verschuiving van resterende tanden, botverlies rondom ontbrekende tanden en negatieve esthetiek en zelfbeeld. Onbehandeld tandverlies kan leiden tot verdere tandproblemen en vormveranderingen van het kaakbot.

Preventie omvat goede mondhygiëne, tijdige behandeling van cariës en parodontale aandoeningen, fluoride, en het beheersen van risicofactoren zoals roken en diabetes. Regelmatig tanden bezoeken is essentieel. Behandeling van ontbrekende tanden omvat implantaten, bruggen en afneembare prothesen, waarvan implantaten vaak stabiliteit en botbehoud bieden, maar niet voor iedereen geschikt zijn.

Diagnostiek gebeurt via klinisch onderzoek en beeldvorming (röntgen). De prognose hangt af van etiologie, botkwaliteit en algehele gezondheid; vroegtijdige ingrepen kunnen verdere tandverlies beperken.