TCPgebaseerde

TCPgebaseerde communicatie verwijst naar communicatie die gebruikmaakt van het Transmission Control Protocol (TCP) als transportlaag. TCP is een verbindingsgericht, betrouwbaar en byte-stroomgericht protocol in het TCP/IP-model. Het zorgt voor in-order levering van gegevens, foutdetectie en rekencentric, waardoor data zonder ontbrekende segments of duplicaten wordt afgeleverd.

Kernfuncties en werking omvatten onder meer een drieweg-handdruk om een verbinding te openen, segmentering van data, en terugkoppeling via bevestigingen (ACK's). Bij verlies of fouten zorgt TCP voor retransmissie en volgordeherstel. Met behulp van venstermechanismen regelt TCP de stroom (flow control) en probeert het congestie te voorkomen of te beheersen via congestiecontrole-algoritmen zoals slow start en congestion avoidance. Een verbinding wordt uiteindelijk netjes beëindigd met een afsluitsignaal (FIN) of abrupt (RST).

Toepassingen en beveiliging: TCP wordt veel gebruikt voor webverkeer (HTTP, HTTPS), e-mail (SMTP), bestandsoverdracht (FTP) en remote toegang (SSH). TLS wordt vaak boven TCP gebruikt om vertrouwelijkheid en integriteit te waarborgen. Deze combinatie biedt betrouwbare leveringen, wat essentieel is voor correct functionerende applicaties, maar brengt ook overhead en latency met zich mee, vooral bij handslagen en in situaties met hoge latentie of verlies.

Voordelen en beperkingen: TCP-gebaseerde systemen bieden betrouwbaarheid, foutherstel en volgorde, wat ze geschikt maakt voor veel toepassingen. Nadelen zijn onder andere overhead, head-of-line blocking en minder geschikt voor real-time media of toepassingen die lage latency vereisen. Vergeleken met UDP-gebaseerde opties zijn TCP-verbindingen robuuster maar minder flexibel. Nieuwe transportprotocollen zoals QUIC proberen enkele TCP-beperkingen te omzeilen door gebruik te maken van UDP terwijl dezelfde betrouwbaarheid biedt.