transportprotocollen
Transportprotocollen zijn protocollen die opereren op de transportlaag van het netwerk en zorgen voor end-to-end communicatie tussen processen op verschillende hosts. Ze functioneren als een brug tussen toepassingen en het onderliggende netwerk, verdelen data in segments of datagrams, en regelen betrouwbaarheid, flow- en congestiebeheer, met multiplexing via poorten zodat meerdere toepassingen tegelijk kunnen communiceren.
Er bestaan twee hoofdtypen: verbindingsgeoriënteerde protocollen en verbindingsloze protocollen. Verbindingsgeoriënteerde protocollen, zoals TCP, voeren een verbinding
TCP (Transmission Control Protocol) is het bekendste verbindingsgeoriënteerde transportprotocol. Het gebruikt een drie-weg-handshake om een verbinding
UDP (User Datagram Protocol) is verbindingsloos en levert geen garantie op levering, volgorde of foutcorrectie. Het
Andere transportprotocollen zoals SCTP (Stream Control Transmission Protocol) bieden functies als multi-homing en multi-streaming, wat redundantie
Bij de keuze voor een transportprotocol wegen organisaties factoren zoals betrouwbaarheid, latency, netwerkcondities en beveiliging mee.