Spiercreatinevoorraden

Spiercreatinevoorraden verwijzen naar de hoeveelheid creatine en fosfocreatine (PCr) die in skeletspier aanwezig is. In het menselijk lichaam bevindt ongeveer 95% van de creatine zich in skeletspieren in de vorm van fosfocreatine. Het totale creatinepool in een volwassene ligt ruwweg rond de 120 gram, en het dagelijkse verlies via creatinine bedraagt ongeveer 1-2 gram, waardoor synthese en/of voeding nodig zijn om de pool op peil te houden. Creatine komt ook in andere weefsels voor, maar in lagere concentraties.

Functie en opslag: fosfocreatine dient als snelle energiereserve. Bij korte, intensieve inspanning wordt fosfocreatine gebruikt om ATP te regenereren via de creatine kinase- reactie, waardoor spierkracht en prestaties gedurende enkele seconden kunnen worden gehandhaafd. De hoeveelheid creatine in de spier kan variëren op basis van voeding, training en supplementatie. Voeding uit dierlijke producten levert creatine; vegetarische diëten leveren aanzienlijk minder.

Supplementatie en klinische aspecten: suppletie met creatine kan de spiercreatinevoorraden verhogen en zo de prestaties bij anaerobe inspanning en spiermassa verbeteren bij regelmatig krachttrainen. Een gangbare aanpak is een loadingfase van circa 20 g/d gedurende 5–7 dagen, gevolgd door 3–5 g/d onderhoud. Ook zonder loading zijn significante verhogingen mogelijk. Bij gezonde personen is het doorgaans veilig bij aanbevolen doseringen; mogelijke bijwerkingen zijn lichte gewichtstoename door vochtretentie en zelden maag-darmklachten. Bij nierpatiënten is voorzichtigheid geboden. Meetbaar kan spiercreatine worden geschat met MR-spectroscopie of biopsec, maar routine meting is meestal niet nodig.