Sjalot

Sjalot, ook wel shallot genoemd, is een eetbare bolgewas behorend tot genus Allium, waarmee uien, knoflook en prei verwant zijn. Het wordt gekweekt voor een kleine bol die meestal uit meerdere teentjes bestaat en is omhuld door een papieren schil die varieert van grijs tot bruinroze. Sjalotten hebben doorgaans een mildere, zoetere en complexere smaak dan gewone uien, met een vleugje knoflook, wat ze populair maakt in rauwe en warme bereidingen. Taxonomisch wordt de sjalot vaak als Allium cepa var. ascalonium geplaatst; sommige bronnen behandelen ze als Allium cepa var. aggregatum of zelfs als een aparte soort Allium ascalonium. De oorsprong is onzeker, maar sjalotten zijn eeuwenlang wereldwijd geteeld.

Sjalotten zijn doorgaans kleiner dan uien en kunnen een enkele meerklovige bol vormen of een kraag van kleine bollen produceren op één plant. De schil is vaak donkergrijs tot roodbruin en het vruchtvlees wit tot rozeachtig. Ze worden meestal gezaaid of door setjes geplant en geven in klimaatvriendelijke teelt een goede opbrengst bij goed doorlatende grond en zon. In gematigde klimaten worden ze in de herfst geplant voor overwintering; in warmere gebieden kan vroege lenteteelt geschikt zijn. Ziekten en plagen komen voor, zoals meeldauw en ui- of lekenaaltjes, en wateroverlast kan problemen veroorzaken.

In de keuken worden sjalotten gewaardeerd om hun milde smaak. Ze worden rauw toegepast in salades en dressings, of zachtgebakken, gebraden en verwerkt in sauzen en chutneys. Voor behoudbarheid kunnen ze op een koele, droge en goed geventileerde plek enkele maanden bewaard worden.