Home

Rijstrookbreedte

Rijstrookbreedte is de horizontale afstand tussen de markeringen die de randen van een rijstrook aangeven. De meting vindt plaats op het wegdek en wordt uitgedrukt in meters. Deze maat beïnvloedt hoe comfortabel en veilig voertuigen kunnen rijden en hoe ruimte- en snelheidsgedrag inhalen, uitwijk en remmen mogelijk maken.

De breedte varieert per wegtype, verkeersintensiteit en ontwerpregelgeving. Op autosnelwegen ligt een gangbare rijstrookbreedte meestal tussen

Ontwerp en regelgeving: Ontwerprincipes en nationale richtlijnen bepalen minimum- en gewenste breedtes, zodat de stroken geschikt

Meetmethoden en nuance: Rijstrookbreedte wordt gemeten tussen de binnenzijden van de rijstrookmarkeringen. De vluchtstrook en berm

3,25
en
3,75
meter
per
rijstrook.
Op
stedelijke
wegen
en
andere
ruimtelijk
beperkende
situaties
komen
vaak
kleinere
stroken
voor,
circa
2,75
tot
3,25
meter.
Voor
zwaar
verkeer
kan
een
bredere
rijstrook
vereist
zijn,
afhankelijk
van
lokale
regels
en
de
beschikbare
ruimte.
zijn
voor
de
voertuigen
en
de
verkeersveiligheid
verbeteren.
In
Nederland
worden
deze
waarden
uiteen
gezet
in
nationale
wegontwerprichtlijnen,
zoals
de
RiW/CROW-standaarden,
met
mogelijk
regionale
afwijkingen
afhankelijk
van
wegtype
en
situatie.
worden
doorgaans
niet
meegerekend,
tenzij
de
context
expliciet
een
gecombineerde
rijstrook-
en
vluchtstrookbreedte
vereist.
Bij
bochten
en
kruispunten
kunnen
breedtes
tijdelijk
variëren
om
veiligheid
en
doorstroming
te
bevorderen.