Pelletgrootte

Pelletgrootte verwijst naar de afmetingen van pellets, meestal uitgedrukt als diameter en lengte. De grootte is een belangrijke eigenschap voor zowel verbrandingsteksten als transport, hantering en dosering. De productie streeft naar een zo uniform mogelijke maatverdeling om een consistente prestatie te leveren.

Bij houtpellets is de diameter vrijwel altijd 6 millimeter. De lengte varieert meestal van enkele millimeters tot enkele centimeter, afhankelijk van de productiemethode en de uiteindelijke toepassing. Voor diervoeding variëren pelletdiameters doorgaans tussen ongeveer 2 en 8 millimeter, afhankelijk van diersoort en voerdoel. Binnen en tussen producenten bestaan vaak specifieke toleranties om doorslippen in machines en lekkage te voorkomen.

Een uniforme pelletgrootte beïnvloedt verschillende aspecten van performance. In verwarmingsinstallaties en pelletkachels bevordert een consistente diameter en lengte een stabiele toevoer, minder holle of blokkerende pellets en een efficiëntere verbranding. In opslag en transport vermindert een homogeen formaat stofvorming, verkleving en scheurvorming. De juiste grootte is bovendien cruciaal voor diervoeding, omdat het de slik- en kauwervaring, voedingstoevoer en verteerbare efficiëntie beïnvloedt.

Productie van pelletgrootte hangt af van de ontwerpkenmerken van de pers en de matrijzen, evenals van de materiaaleigenschappen zoals vochtigheid, vezelstructuur en bindmiddel. Kwaliteitsnormen en certificeringen voor pellets, zoals ENplus voor houtpellets, definiëren vaak ook vereisten omtrent consistentie van formaat en toleraties. Metingen gebeuren met calipers of micrometers voor diameter, en lengtemetingen of beeldanalyse voor lengte, zodat de distributie en uniformiteit kunnen worden beoordeeld.