Knieklachten

Knieklachten verwijzen naar pijn, zwelling, stijfheid of beperking van de knie. Ze ontstaan plotseling na een ongeluk of geleidelijk door overbelasting of aandoeningen zoals artrose.

Oorzaken zijn onderverdeeld in: acute letsels (kruisbanden, meniscus, patellapees); overbelasting (patellofemoraal pijnsyndroom, tendinopathie); artrose; ontstekingen en zeldzame aandoeningen zoals een Baker-cyste.

Symptomen zijn pijn bij bewegen, zwelling, stijfheid, beperkte bewegingsvrijheid en soms een gevoel van instabiliteit, klikken of vastzitten.

Diagnose gebeurt met anamnese en lichamelijk onderzoek; röntgenfoto’s zijn meestal eerste beeld, MRI of echografie bij twijfel over zacht weefsel; bloedonderzoek kan nodig zijn bij verdenking op ontsteking of reuma.

Behandeling varieert van conservatief tot operatief. Basisbehandeling is rust, ijs, compressie en elevatie, pijnstillers en ontstekingsremmers, fysiotherapie en oefeningen. Afhankelijk van de oorzaak kunnen injecties of operaties nodig zijn (bijv. meniscusreparatie, kruisbandreconstructie of knieprothese bij gevorderde artrose).

Preventie omvat regelmatige kracht- en balanstraining, juiste warming-up, geleidelijke belasting en eventueel gewichtsbeheersing.

Neem contact op bij hevige zwelling, hevige pijn, niet kunnen belasten of bij aanhoudende klachten na enkele weken.